Bovenop de transitievergoeding kunt u recht hebben op een:
- billijke vergoeding
- extra vergoeding
- gefixeerde schadevergoeding
- aanzegvergoeding
U moet deze vergoedingen aan de kantonrechter vragen binnen 2 maanden na het einde van uw arbeidscontract. Stopt de rechter uw arbeidscontract? Vraag dan in deze rechtszaak om de vergoeding.
Bij een beëindigingsovereenkomst heeft u geen recht op deze vergoedingen. U kunt wel zelf een vergoeding afspreken met uw werkgever. Een beëindigingsovereenkomst kan gevolgen hebben voor uw uitkering.
Billijke vergoeding
In heel bijzondere gevallen kan de rechter beslissen dat het eerlijk is dat u nog een vergoeding krijgt als uw arbeidscontract stopt. Dit heet een ‘billijke vergoeding’. Dat kan alleen als uw werkgever zich ‘ernstig verwijtbaar’ gedroeg. Hij deed dan iets ergs, of hij deed juist iets niet, bijvoorbeeld:
- Uw werkgever ontslaat u zonder toestemming van UWV of de kantonrechter, terwijl dit wel nodig is.
- Uw werkgever ontslaat u, terwijl dit niet mag door een opzegverbod.
- Uw werkgever houdt zich niet aan de wederindiensttredingsvoorwaarde.
- Uw werkgever discrimineert u.
- U krijgt onterecht ontslag op staande voet.
- Uw werkgever ontslaat u in uw proeftijd, maar de afgesproken proeftijd is niet geldig.
Hoe hoog de billijke vergoeding is, hangt af van uw situatie. Bijvoorbeeld:
- hoelang u bij de werkgever werkte
- de hoogte van uw loon
- waarom u kiest voor een vergoeding en niet voor uw baan
- de gevolgen van het ontslag voor u
Extra vergoeding
Soms heeft uw werkgever niet 1 reden waarom hij uw contract wil stoppen, maar heeft hij van meer redenen een beetje. Sinds 1 januari 2020 mag uw werkgever u soms ook ontslaan als hij van genoeg redenen een beetje heeft.
U kunt de rechter dan vragen om een ‘extra vergoeding’. De rechter bepaalt hoe hoog uw vergoeding is. Hij kijkt daarbij naar uw situatie. De extra vergoeding is maximaal 50% van uw transitievergoeding.
Gefixeerde schadevergoeding
Als uw werkgever uw arbeidscontract te vroeg stopt, dan heeft u recht op een gefixeerde schadevergoeding. Andersom geldt dit ook. Zegt u te vroeg uw arbeidscontract op, dan mag uw werkgever een gefixeerde schadevergoeding aan u vragen.
Dit kan in 3 situaties:
- Een tijdelijk contract dat niet mag stoppen voor de einddatum, stopt toch.
- Een tijdelijk contract dat wel mag stoppen voor de einddatum, stopt eerder dan de opzegtermijn.
- Een vast contract stopt eerder dan de opzegtermijn.
Heeft u een tijdelijk contract dat niet mag stoppen voor de einddatum? Dan is de gefixeerde schadevergoeding even hoog als het bruto salaris over de rest van uw arbeidscontract. Is dit meer dan 3 maanden? Dan kan de rechter de vergoeding verlagen tot 3 maanden salaris.
Heeft u een tijdelijk contract wel mag stoppen voor de einddatum? Of heeft u een vast contract? Dan is de gefixeerde schadevergoeding even hoog als het bruto salaris over het deel van de opzegtermijn waar u zich niet aan houdt.
Aanzegvergoeding
U heeft recht op een ‘aanzegvergoeding’ als uw werkgever u niet laat weten of hij uw tijdelijke contract verlengt. Of als hij dit te laat doet. Hij moet dit doen per brief, uiterlijk 1 maand voor uw contract stopt.
De aanzegvergoeding is:
- als uw werkgever niets laat weten over uw verlenging: 1 maand bruto salaris
- als uw werkgever te laat laat weten of hij uw contract verlengt: uw bruto salaris over iedere dag dat uw werkgever te laat was. Is uw werkgever bijvoorbeeld 2 weken te laat? Dan kunt u een vergoeding eisen van 2 weken salaris.