Overslaan en naar de inhoud gaan

Samenwonen (met samenlevingscontract)

1. Woning

Huurwoning

In het huurcontract staat wie huurder is van de woning. Staat u niet als (mede)huurder in het contract? Dan mag u soms niet in de woning blijven. Bijvoorbeeld bij overlijden van de huurder of als de relatie stopt.

Voorkom problemen door het medehuurderschap tijdens het samenwonen aan te vragen.

Koopwoning

Woont u samen in een koopwoning? In het koopcontract staat wie de eigenaar of eigenaren van de woning zijn. In de hypotheekakte staat wie verantwoordelijk is voor de hypotheek.

In uw samenlevingscontract kunt u afspraken over de koopwoning maken. Denk hierbij aan de verdeling van de vaste lasten. Of van de (over)waarde als u de woning verkoopt.

Bent u geen eigenaar van de woning? Dan kunt u afspreken dat u er bij het einde van de relatie nog tijdelijk gebruik van mag maken. Dit heet een tijdelijk of voortgezet gebruiksrecht.

2. Bezittingen en schulden

Spullen die u samen koopt, zijn van u samen. Spullen die u zelf kocht, blijven van u. Behalve als u hier andere afspraken over heeft gemaakt in het samenlevingscontract. Dit geldt ook voor schulden die u samen of alleen maakt.

U moet kunnen bewijzen dat spullen van u zijn. Houd daarom een administratie bij. Dit kunt u ook afspreken in het samenlevingscontract.

3. Kinderen

Als u samenwoont en een kind krijgt, is alleen de moeder juridisch ouder. De moeder heeft ook alleen het ouderlijk gezag. Als u als partner dezelfde rechten en verantwoordelijkheden wil, moet u het kind bij de gemeente erkennen. Door erkenning krijgt u meestal automatisch gezamenlijk ouderlijk gezag.

Erkende u het kind vóór 1 januari 2023? Dan heeft u niet automatisch het ouderlijk gezag. U moet samen het ouderlijk gezag aanvragen bij de rechtbank.

Gaat u uit elkaar en heeft u samen het ouderlijk gezag over de kinderen? Dan moet u samen een ouderschapsplan maken. U moet ook afspraken maken over de kinderalimentatie.

4. Erven

Als u samenwoont bent u geen erfgenaam van elkaar. Wilt u dat uw partner uw erfgenaam wordt? Dan moet u dit regelen in een testament.

5. Scheiden

Gaat u uit elkaar, dan hoeft u niet naar de rechter. In uw samenlevingscontract staat hoe u dit contract stopt. Soms heeft u hierin ook afgesproken hoe u de woning, spullen of schulden verdeelt. Maakte u hier geen afspraken over? Dan doet u dit bij het einde van uw relatie.

Huwelijk of geregistreerd partnerschap

1. Wonen

Huurwoning

Door het huwelijk of geregistreerd partnerschap bent u automatisch wettelijk medehuurder. U heeft allebei dezelfde rechten tegenover de verhuurder.

Koopwoning

Heeft u samen uw woning gekocht? Dan bent u beiden eigenaar van de koopwoning. U heeft evenveel rechten.

Heeft een van u de woning gekocht? Dan zijn de rechten van de andere partner afhankelijk van uw afspraken. Bent u in (beperkte) gemeenschap van goederen getrouwd? Dan is de woning meestal van u samen.

Heeft u huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden op laten stellen bij een notaris? Dan staat mogelijk in dat document wie eigenaar is van de woning.

2. Bezittingen en schulden

Regelt u niets over bezittingen en schulden in huwelijkse voorwaarden? Dan gelden de regels uit de wet. Welke regels voor u gelden, hangt af van uw trouwdatum.

  • Was uw trouwdatum vóór 1 januari 2018? Dan trouwde u in gemeenschap van goederen. Alle bezittingen en schulden van u en uw partner zijn van u samen.
  • Trouwde u of sloot u een geregistreerd partnerschap op of na 1 januari 2018? Dan geldt een beperkte gemeenschap van goederen. Spullen die voor het huwelijk van u waren, blijven van u. Spullen die u tijdens het huwelijk koopt of krijgt, zijn van u samen. Dit geldt ook voor schulden.

3. Kinderen

Wordt uw kind tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap geboren? Dan bent u allebei juridisch ouder en heeft u samen het ouderlijk gezag over uw kind.

Bent u geregistreerd partner en is uw kind geboren vóór 1 april 2014? Dan moet u als vader het kind erkennen om juridisch ouder te worden.

Gaat u uit elkaar? Dan moet u samen een ouderschapsplan opstellen. U moet ook afspraken maken over de kinderalimentatie.

4. Erven

Bent u getrouwd of geregistreerd partner? Dan bent u automatisch elkaars erfgenaam. Behalve als u in een testament iets anders regelde.

5. Scheiden

Bent u getrouwd en gaat u uit elkaar? Dan moet u altijd naar de rechter om te scheiden. Dat geldt ook als u een geregistreerd partnerschap heeft en beiden het ouderlijk gezag over uw kinderen heeft.

Heeft u een geregistreerd partnerschap en geen kinderen? Of heeft u niet beiden het ouderlijk gezag over de kinderen? Dan kunt u met de hulp van een advocaat of notaris scheiden.

Bij een scheiding maakt u afspraken over partneralimentatie. En de manier waarop u uw spullen, geld en bijvoorbeeld opgebouwd pensioen verdeelt. Soms heeft u hier al afspraken over gemaakt in de huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden.

Meer informatie over dit onderwerp
  • Wat moet ik regelen bij een huwelijk, geregistreerd partnerschap of samenlevingscontract?

    Als u trouwt, een geregistreerd partnerschap aangaat of een samenlevingscontract sluit, moet u veel regelen.
    Denk bij trouwen en geregistreerd partnerschap aan:

    • kiezen van een achternaam
    • vragen van getuigen
    • melden bij de gemeente

    Denk bij een samenlevingscontract aan:

    • een notaris
    • fiscaal partnerschap
    • aanpassen van toeslagen

    Gebruik de checklist voor trouwen of samenwonen, zodat u niets vergeet.

Terug naar boven Shape