Overslaan en naar de inhoud gaan
De overleden persoon heeft

Geen testament

Als er geen testament is, bepaalt de wet wie de erfgenamen zijn. Dat gebeurt in deze volgorde:

  1. echtgenoot of geregistreerd partner en de kinderen
  2. ouders, broers en zussen
  3. grootouders
  4. overgrootouders

Had de overledene een echtgenoot, geregistreerd partner of kinderen? Dan zijn zij de erfgenamen. Is er niemand in de eerste groep? Dan is de tweede groep aan de beurt, enzovoort.

Plaatsvervulling

Leeft een erfgenaam niet meer? Dan gaat de erfenis naar de kinderen van deze erfgenaam. Dat heet ‘plaatsvervulling’.

Voorbeeld:
Mo en Mirjam zijn getrouwd en hebben 2 zoons. Als Mo overlijdt, zijn er 3 erfgenamen: Mirjam en beide zoons (groep 1). Zij krijgen ieder 1/3e deel.

Is een van de zoons al overleden? Dan worden de kinderen van deze zoon door plaatsvervulling de erfgenamen. Het 1/3e deel dat hun vader zou krijgen, moeten zij samen verdelen. Heeft hij bijvoorbeeld 2 kinderen, dan krijgen zij dus ieder 1/6e deel.

Wettelijke verdeling

Had de overleden persoon een echtgenoot (of geregistreerd partner) en kinderen? Dan geldt de ‘wettelijke verdeling’. Dat betekent dat:

  • de echtgenoot die nog leeft de hele erfenis krijgt
  • de echtgenoot alle schulden moet betalen
  • de echtgenoot geld schuldig is aan de kinderen

De kinderen hebben dus geen recht op spullen. Dit kan anders zijn als de overleden ouder hertrouwd was. Of als de overgebleven ouder later hertrouwt.

De echtgenoot mag de erfenis opmaken. Daardoor kan het gebeuren dat de kinderen uiteindelijk minder krijgen van hun erfdeel, of zelfs niets.

De echtgenoot hoeft het erfdeel van de kinderen niet meteen te betalen. Dat moet pas als hij overlijdt, failliet gaat of in de schuldsanering komt. Hij mag wel altijd vrijwillig betalen.

Had de overleden persoon geen echtgenoot of geregistreerd partner? Dan verdelen de erfgenamen meteen de erfenis.

Een testament

In een testament bepaalt de overledene wie de erfgenamen zijn en welk deel van de erfenis zij krijgen. Erfgenamen kunnen familieleden zijn, maar ook vrienden, kennissen of een goed doel.

De overleden persoon kan in het testament ook wettelijke erfgenamen hebben onterfd. Onterfde kinderen houden wel recht op hun legitieme portie. Dit is een geldbedrag dat zij zelf moeten opvragen.

Meer informatie over dit onderwerp
  • Ik woon samen. Ben ik erfgenaam van mijn partner?

    Woont u samen, zonder huwelijk of geregistreerd partnerschap? Dan bent u niet automatisch elkaars erfgenaam. U kunt dit niet regelen in uw samenlevingscontract.

    U kunt wel in uw samenlevingscontract afspreken dat de langstlevende het bezit krijgt dat van u samen was, bijvoorbeeld het huis. Dit heet een verblijvingsbeding.

    Wilt u elkaars erfgenaam zijn? Dan moet u een testament maken. In het testament kunt u bepalen dat uw partner uw erfgenaam is.

  • Heb ik recht op familiestukken als mijn langstlevende ouder hertrouwt?

    Is een van uw ouders overleden en hertrouwde uw andere ouder? Dan erft vaak de familie van de nieuwe echtgenoot de spullen van uw ouders. Zij erven ook de familiestukken.

    U kunt dit voorkomen door een ‘beroep te doen op uw wilsrechten’. Hiermee eist u als kind de familiestukken op. De waarde van deze spullen mag niet hoger zijn dan uw erfdeel. Dit kan op de volgende momenten:

    • als uw ouder hertrouwt
    • als uw ouder al hertrouwd is en overlijdt
    • als uw ouder al is overleden en de nieuwe echtgenoot overlijdt

    U wordt dan eigenaar van de spullen. Meestal mag de langstlevende ouder of de nieuwe echtgenoot de spullen wel blijven gebruiken.

  • Hoe bewijs ik wie de erfgenamen zijn?

    Met een ‘verklaring van erfrecht’ bewijst u wie de erfgenamen zijn. De notaris maakt dit officiële document. Hierin staat of de overleden persoon een testament had en of de erfgenamen de erfenis hebben geaccepteerd.

    De notaris controleert in de administratie van de gemeente wie de kinderen zijn. Als dat nodig is, neemt de notaris contact op met de erfgenamen.

  • Hoe verdelen we de erfenis als ouders, broers en zussen de erfgenamen zijn?

    Als de tweede groep aan de beurt is, zijn ouders, broers en zussen de erfgenamen. Zij krijgen allemaal een even groot deel van de erfenis.

    Krijgen de ouders door deze gelijke verdeling per persoon minder dan een kwart van de erfenis? Dan worden hun erfdelen verhoogd naar een kwart van de erfenis. De andere erfgenamen krijgen hierdoor minder.

    Had de overleden persoon halfbroers en halfzussen? Dan krijgt een volle broer of zus 2 keer zoveel als een halfbroer of halfzus.

Terug naar boven Shape