Recht op de helft
Bij een scheiding heeft u allebei recht op de helft van uw partners pensioen. Dit staat in de wet. Het gaat alleen om het pensioen dat u opbouwde tijdens uw huwelijk of geregistreerd partnerschap. Deze verdeling heet ‘pensioenverevening’.
Zelf verdeling bepalen
Als u het pensioen op een andere manier wilt verdelen, kunt u hier afspraken over maken. Deze afspraken laat u door een notaris opschrijven in uw huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden. Of u laat een advocaat of mediator deze afspraken opschrijven in een echtscheidingsconvenant. Dit is een document waarin alle afspraken staan, zoals de verdeling van uw spullen, woning, pensioen, schulden en hoe u de alimentatie regelt.
U kunt kiezen voor:
- een andere verdeling. U verrekent dan uw recht op pensioen met andere rechten. U kiest bijvoorbeeld voor minder partneralimentatie als u een groter deel van het pensioen krijgt.
- geen verdeling. U houdt allebei uw eigen opgebouwde pensioenrechten. U kunt hiervoor kiezen als u allebei bijna evenveel pensioen opbouwde.
- conversie: U splitst het ouderdomspensioen in 2 potjes. Ieder krijgt zijn ‘eigen’ deel van het pensioen. Dit wordt aan u uitbetaald zodra u zelf recht heeft op pensioen.
Regelt u niets? Dan geldt de verdeling uit de wet en krijgt u allebei de helft.
Betaling via pensioenfonds of ex
Geef uw scheiding binnen 2 jaar door aan het pensioenfonds. Het pensioenfonds betaalt dan het pensioen uit aan u en uw ex-partner. Dit begint als de persoon die het pensioen opbouwde met pensioen gaat. Met het formulier van de overheid geeft u de verdeling van het pensioen door aan het pensioenfonds.
Stuurt u het formulier te laat op? Dan heeft u allebei nog steeds recht op de helft. Maar u moet het ouderdomspensioen zelf aan elkaar uitbetalen. Krijgt u uw deel niet als uw ex-partner met pensioen gaat? Neem dan contact op met een van onze juristen.
Pensioen dat u niet verdeelt
De regels voor het verdelen van pensioen gelden voor de meeste vormen van ouderdomspensioen. Er zijn ook vormen van pensioen die u niet hoeft te verdelen, zoals:
- AOW, het ouderdomspensioen dat u krijgt van de overheid
- lijfrente, een verzekering die geld uitbetaalt tot de verzekerde overlijdt
- nabestaandenpensioen, een uitkering die u kunt krijgen als uw partner of ouders overlijden