Kanttekeningen bij wet flexwerkers
Met het wetsvoorstel ‘Meer zekerheid flexwerkers’ wil demissionair minister Van Gennip de zekerheid voor tijdelijke arbeidskrachten verbeteren. Een heel goed uitgangspunt, maar wij zien ook knelpunten. Ons advies aan de minister: zorg ervoor dat de regels maar voor één uitleg vatbaar zijn, en specificeer de uitwerking.
Verbetering is hard nodig
Met het wetsvoorstel Meer zekerheid flexwerkers wil demissionair minister Van Gennip de zekerheid voor flexwerkers verbeteren. Dat is hard nodig. Want het gaat om een grote groep mensen die het lastig vindt om voor hun rechten op te komen, omdat ze bang zijn dat hun werkgever hun contract niet verlengt.
Wij zien bijvoorbeeld veel oproepkrachten met vragen over hun nuluren- of min/maxcontract, en over loonvorderingen. Ook helpen we veel uitzendkrachten die willen weten wat hun rechten zijn in de verschillende fases van hun uitzendcontract.
Wassen neus
Het wetsvoorstel bevat maatregelen om de positie van oproepkrachten en uitzendkrachten te verbeteren en draaideurconstructies te voorkomen. Dit zijn goede bedoelingen. Maar wij zien dat flexwerkers vaak:
- niet op de hoogte zijn van de juridische mogelijkheden en geldende regels
- een drempel ervaren bij vragen waar zij recht op hebben, uit angst voor baanverlies
- geen hulp zoeken als zij tegen problemen aanlopen op hun werk
Een maatregel als het vervangen van nulurencontracten door een contract met vaste urenomvang is dan een wassen neus.
Advies aan de minister
Deze en andere knelpunten hebben wij gedeeld in een brief aan minister Van Gennip. In het kort is ons advies: zorg ervoor dat de regels niet voor meer dan één uitleg vatbaar zijn, en specificeer de uitwerking. Pas dan komt er echt meer zekerheid voor flexwerkers.
Hoe verder?
Na mogelijke aanpassingen op basis van de reacties gaat het conceptwetsvoorstel naar de Tweede Kamer. De stemming vindt naar verwachting plaats na de verkiezingen van november.