Wat verandert er voor u in 2019?
In 2019 stijgt het minimumloon en de leeftijd dat werknemers AOW krijgen. Het geboorteverlof voor partners wordt uitgebreid van 2 naar 5 werkdagen.
Verlof geboorte kind
Vanaf 2019 krijgen partners 1 week geboorteverlof als hun kind geboren is. Het adoptie- en pleegouderverlof wordt uitgebreid van 4 naar 6 weken.
Ouders krijgen ook meer geld. Zij ontvangen meer kinderbijslag, meer kindgebonden budget en een hogere kinderopvangtoeslag.
Huurtoeslag en zorgtoeslag
Het maximale inkomen voor recht op huurtoeslag ligt in 2019 op 22.700 euro voor een eenpersoonshuishouden en 30.825 voor een meerpersoonshuishouden. Voor mensen die de AOW-leeftijd hebben bereikt, liggen deze grenzen 25 euro lager.
De zorgtoeslag stijgt, omdat de zorgverzekering duurder wordt. Wilt u weten hoeveel toeslag u kunt krijgen in 2019? Maak dan de proefberekening toeslagen van de Belastingdienst.
Belasting en btw
De inkomstenbelasting daalt voor de meeste huishoudens, maar het lage btw-tarief stijgt van 6 naar 9 procent.
De belasting op gas gaat 3 cent omhoog, de belasting op stroom daalt met 0,72 cent. De belastingvermindering per elektriciteitsaansluiting gaat omlaag van 308,54 euro naar 257,54 euro. Daardoor stijgt uw energierekening.
Pensioen en AOW
Vanaf 2019 vervallen opgebouwde pensioenen tot 2 euro bruto per jaar. Daarnaast mogen pensioenuitvoerders kleine pensioenpotjes tot 474,11 euro bruto per jaar samenvoegen of overdragen aan de huidige pensioenuitvoerder van de deelnemer, zonder dat daar toestemming voor nodig is.
De AOW-leeftijd stijgt naar 66 jaar en 4 maanden.
Minimumloon en alimentatie
Het minimumloon gaat per 1 januari van 1.594,20 euro naar 1615,80 euro per maand voor werknemers vanaf 22 jaar met een fulltime dienstverband. De uitkeringen die aan het minimumloon gekoppeld zijn, stijgen mee.
De overheid stelt ook elk jaar een percentage vast, waarmee de partneralimentatie en kinderalimentatie omhooggaan. Voor 2019 bedraagt de verhoging 2 procent.
Huur en liberalisatiegrens
Vanaf 2019 stijgt de liberalisatiegrens naar 720,42 euro. Deze grens bepaalt of u een sociale woning of een woning in de vrije sector huurt.
Vanaf 1 juli 2019 mogen verhuurders de huur van een sociale huurwoning met maximaal 4,1 procent laten stijgen. Voor scheefwoners, huishoudens met een inkomen boven 42.436 euro, is de maximale huurstijging 5,6 procent. De huur voor kamers, woonwagens en standplaatsen mag maximaal met 3,1 procent worden verhoogd. Deze regels gelden niet voor huurwoningen in de vrije sector.
Mogelijk valt de stijging voor huurders van woningcoöperaties mee. De leden van Aedes en Woonbond hebben een akkoord om de huur de komende 3 jaar gemiddeld niet meer dan de inflatie te laten stijgen. Aangezien het om een gemiddelde stijging gaat, kan het zijn dat een relatief lage huur wel meer stijgt dan de inflatie.
Alle actuele berichten